Als je (voor het eerst) zwanger bent, vliegen de adviezen rondom het vervoeren van je kindje je om de oren. Autostoeltjes, kinderwagens, reiswiegen, draagzakken en draagdoeken, de keuze is reuze.
Nog voor mijn eerste kindje werd geboren hadden wij onze eerste draagdoek al in huis. Een van de velen blijkt nu, want onze collectie is inmiddels uitgebreid naar twee draagdoeken, een ringsling en twee draagzakken.
En dat was niet liefde op het eerste gezicht, want eerlijk gezegd stak ik tijdens mijn zwangerschap meer tijd in het uitzoeken van een mooie kinderwagen en was de draagdoek meer iets ‘voor erbij’. Tot mijn eerste baby er eenmaal was, want zij besloot al heel snel dat de draagdoek haar huis werd waar zij een flink aantal maanden semi-permanent in woonde.
Trots droeg ik haar overal mee naar toe. Maar het duurde niet lang voor ik de eerste (goedbedoelde) adviezen kreeg: ”jullie verwennen haar”, ”zo leert ze nooit alleen slapen” etc. En als pasgeboren ouder (want ja, dat ben je als je voor het eerst moeder wordt) was ik behoorlijk emotioneel en een tikkie beïnvloedbaar op z’n tijd. Ieder advies zette mij aan het denken, want ik wilde het goed doen. Maar wat is dat? Goed? Volgens mij is het pas ‘goed’ als je doet wat voor jou en je kindje werkt. Als je durft te drijven op je instinct, los van angsten, verwachtingen en de drang naar goedkeuring van anderen. En pas als je echt kunt kijken naar dat wat je kindje vraagt, kun je hierop inspelen en je kindje geven wat het nodig heeft. Baby’s hebben nu eenmaal niet alleen behoefte aan voeding, een schone luier en slaap, ze hebben ook gewoon mama- en papahonger.
LOGISCH
Eigenlijk is de behoefte van een pasgeboren baby om gedragen te worden ontzettend logisch en natuurlijk.
Tijdens de zwangerschap is de baby 9 maanden lang onlosmakelijk verbonden met de moeder. En logischerwijs is de moeder dan ook, zeker in het prille begin van zo’n mensenleventje, de enige veilige plek. De hartslag, de stem, de geur. Dat is het enige vertrouwde in die grote onbekende wereld. Die o zo nodige veiligheid bieden en mamahonger stillen was voor mij dan ook een heel natuurlijke stap en de draagdoek een enorme uitkomst (want ja, je wil natuurlijk ook gewoon wel eens je handen vrij). Vanuit de veilige plek op mijn borst kon mijn baby de wereld merkbaar beter behappen. Ze genoot van het huidcontact, prikkels werden afgeschermd en als ze wilde kon ze vanuit haar minihuisje door het raampje naar buiten gluren. Al snel huilde ze minder, sliep ze langer en raakte ze langzaamaan op haar eigen tempo vertrouwd met de wereld buiten de doek.
DOE MAAR LEKKER OER
Naast het feit dat de behoefte aan nabijheid vanuit het perspectief van zo’n pasgeboren frummel dus heel logisch te verklaren is, is dragen instinctief gezien dus ook gewoon heel logisch.
Kijk bijvoorbeeld naar de apen. Die moeders slingeren hun pasgeborenen letterlijk overal mee naar toe, dragen het kindje het grootste gedeelte van de dag.
Oude volksstammen en Indianen. Allemaal bevolkingsgroepen die in hun leefwijzen dichterbij de natuur staan, die hun oerinstincten niet zijn verloren. Zij dragen hun kindjes allemaal. Zijn wij in het Westen niet gewoon een beetje vervreemd geraakt van deze natuurlijke manier van omgaan met baby’s? Door ze in een bak voor ons uit te duwen, in plaats van dicht tegen ons aan te houden?
HET DRAGERDOOLHOF
Het kiezen van een draagdoek of draagzak is nog een hele klus. Er is namelijk ontzettend veel keuze, niet alleen in design maar ook in draagcomfort. Daarbij is dragen ook heel persoonlijk. Wat voor de een wel werkt, werkt voor de ander weer niet.
Ikzelf vond het eerste half jaar voornamelijk de draagdoeken het meest prettig in gebruik. Door de stevige en toch zachte stof kon ik de doeken op verschillende manieren knopen en mijn baby’s in een strak buideltje tegen mij aan dragen. Maar ook draagzakken zijn (eventueel met een verkleiner) prima te gebruiken bij pasgeboren baby’s.
Nou, heb je er al zin in gekregen? Hier een aantal tips voor het aanschaffen van een drager:
- Koop je drager in de winkel. ‘Ja goede tip joh, logisch’ denk je nu natuurlijk. Ik bedoel vooral dat het handig is verschillende dragers te proberen voor je er een aanschaft. Door de stof te voelen, te oefenen met knopen/klikken voel je of de drager bij je past. Ik heb ooit een draagzak via internet besteld (omdat ik het printje zo mooi vond), maar ik heb hem dus echt nooit gebruikt. Er zijn gespecialiseerde draagwinkels waar je naartoe kunt voor advies en om de dragers zelf uit te proberen. Vonden wij erg fijn!
- Het knopen van een draagdoek lijkt ontzettend ingewikkeld, maar écht: oefening baart kunst. Een tip voor als je het spannend vindt om meteen met je baby te oefenen; gebruik een pop. Zo kom je erachter welke knoop het beste bij je past en raak je vertrouwd met de doek.
- Let op de maten van de drager en of deze zowel door jouzelf als desgewenst door je partner te gebruiken is. Een iets te lange draagdoek is niet erg (dan knoop je gewoon extra), maar een te korte draagdoek kan gevaarlijk zijn omdat je dan niet goed kunt knopen.
EEN EIGEN HUIS..
Mijn beide kinderen hebben tot ze 2,5 was regelmatig op mijn rug of borst gehangen. Tijdens een lange wandeling of bij behoefte aan rust deden ze niets liever dan hun lijf tegen dat van mij parkeren. Want hoe fijn is het als je als kind je eigen minihuisje hebt waarin je je zo af en toe kan terugtrekken, weg van alle prikkels. Tot het moment dat je er langzaam aan toe bent om steeds een beetje meer ‘uit huis te gaan’.